Luisterlijsten
2 | Beatliedjes met een maatschappelijk randje
Het, ‘Ik heb geen zin om op te staan’ (1965)
In ‘Ik heb geen zin om op te staan’ wordt bezongen hoe het is om ‘het kouwe zeil’ tegen je blote voeten te voelen als je tegen heug en meug naar je werk moet. Het was daarmee de perfecte soundtrack voor een generatie die het verwijt kreeg niet alleen langharig, maar ook nog eens werkschuw te zijn. In november 1965 werd het met een stunt gelanceerd: de band ging in een bed midden op het drukke kruispunt Dam-Damrak in Amsterdam liggen, met de verwachte gratis media-aandacht toen de politie het bed en de bandleden kwam verwijderen.
Softs, ‘Kassie kijken’ (1966)
Een van de meest overtuigende voorbeelden van politieke ‘nederbiet’ – zoals het destijds gehypete muziektijdschrift Hitweek het noemde – kwam van de garagerockband (The) Softs, die zich een weg rammelde door ‘Kassie kijken’. Dat liedje laat perfect zien hoezeer de televisie als een burgerlijk massamedium functioneert waar de jonge én de oudere generatie zich door laat verleiden. Van al dat ‘kassie kijken’ word je alleen maar scheel. Maar de jeugd kan de macht van het massamedium breken: ‘vandaag of morgen sla ’k ’m stuk / dan heb ik mijn familie tuk / alle spaanders trap ik weg / met z’n allen in een luie stoel scherven kijken.’
Peter J. Muller, ‘Beter langharig (dan kortzichtig)’ (1966)
Peter J. Muller was een tijdlang redacteur van Hitweek, zette zich in voor de acceptatie van lang haar bij mannen (met zijn Stichting Pro Lang Haar) en maakte enkele beatsingles. Iconisch werd vooral ‘Beter langharig (dan kortzichtig)’, waarin hij jongeren opriep trots te zijn op hun lokken. Voor je het wist waren ze hun wilde haren kwijt: ‘Dit is een generatie vol vaart en vol vuur / nu ben ik nog jong maar ’k word wel kaal op den duur!’
Selfkick, ‘Zo is het toevallig ook nog eens een keer’ (1966)
Op ‘Zo is het toevallig ook nog eens een keer’ – genoemd naar een berucht satirisch televisieprogramma met Mies Bouwman – werkte de band Selfkick samen met een ‘koor van provo’s’ om maatschappelijke thema’s aan te kaarten.
José, ‘Als je alle kranten leest’ (1966)
Een zeldzaam Nederlandstalig beatnummer van een zangeres: José presenteert een rauwe kritiek op het militarisme. ‘Er zijn nog landen zonder bom / die voelen zich ontzettend dom / en smijten daarom rustig met miljarden.’ In 1967 sprak ze in een kranteninterview in Leidsche Courant weinig waardering uit voor het feit dat Boudewijn de Groot alweer zo snel het pad van de protestsong had verlaten, om zich op meer Beatles-achtig repertoire te richten. ‘Toen het getij keerde, was hij de eerste die eruit stapte en de pure commerciële kant opging. Noem het maar geen salto mortale van “Meneer de president” naar “Het land van Maas en Waal.”’
The Mokum Beat Five, ‘Trouw nooit’ (1966)
The Mokum Beat Five keerden zich aanstekelijk tegen het huwelijk (of het Koninklijk Huwelijk van prinses Beatrix en Claus von Amsberg in 1966, waarbij veel provorellen losbarstten?) met hun liedje ‘Trouw nooit’.
Jop Pannekoek, ‘Die spreken zullen zwijgen’ (1967)
In de protestjaren 1966 en 1967 leek het soms of de grootste radicalen de touwtjes in handen hadden. Dit anti-protestlied richt zich in deze jaren van vurig protest tegen maatschappijvernieuwers en verdedigt de mensen die zich meer op de achtergrond houden. Jop Pannekoek deed dat interessant genoeg in een stijl, tussen kleinkunst en beatmuziek, die sterk aan de vroege protestliedjes van Boudewijn de Groot doet denken.
Kabouter Chismus, ‘Amsterdam-Kabouterstad’ (1970)
De enige, titelloze plaat van Kabouter Chismus (de artiesten naam van Nico Denhoorn) bevatte modieuze Nederlandstalige en Engelstalige folkrockliedjes die naadloos aansloten bij de protestcultuur, specifiek bij de Kabouterbeweging van ex-provo Roel van Duijn. Leden van de Kabouterbeweging spraken in een krantenbericht echter fel tegen dat Kabouter Chismus bij de beweging hoorde.
The Kik, ‘Luchtballon’ (2012)
The Kik debuteerde in 2012 met een plaat in de beste beattraditie: orgeltjes, gitaarpartijen, drums, alles klonk zoals de beat halverwege de jaren zestig had geklonken. Op deze plaat stond ‘Luchtballon’, een soort anti-protestlied: daarin ontvlucht de band de aarde in een luchtballon, omdat er zoveel gedoe op de planeet is.