Nederlandse protestliedjes

Luisterlijsten

8 | Populaire maatschappijkritische muziek rond 1980

’t Klein-orkest, ‘Tivoli-lied’ (1979)

In 1979 ontbrandde er in Utrecht een strijd in het popcircuit. Tivoli Lepelenburg, hét popcentrum van de stad in de voorbije jaren, werd gesloten: het houten ‘noodgebouw’ zou niet langer veilig zijn. Tegelijkertijd opende Muziekcentrum Vredenburg, een duur gesubsidieerd gebouw. De Utrechtse popliefhebbers vreesden dat hun geliefde Tivoli opgeofferd werd voor het ‘burgerlijke’ Vredenburg. Een jarenlange strijd tussen jonge muziekliefhebbers en de gemeente startte, uitmondend in kraakacties en vechtpartijen tussen jongeren en de politie. ‘Tivoli-lied’ van de beginnende, later landelijke populaire band Klein Orkest (dat zich toen nog ’t Klein-Orkest noemde) stond op een benefietsingletje waarmee de actiegroep Tivoli Tijdelijk geld probeerde op te halen.

 

Braak, ‘S.O.S.’ (1979 / 1980)

Ook ‘S.O.S.’ van de Utrechtse band Braak is aan de geschiedenis van Tivoli verbonden. In 1979 en 1980 liet actiegroep Tivoli Tijdelijk zijn ogen vallen op het NV-huis op de Oudegracht als nieuwe poplocatie in Utrecht. Via kraakacties kwam het gebouw in handen van de groep, maar de politie nam het telkens weer terug. Tijdens een van die kraakacties was VPRO’s jongerenprogramma NEON live aanwezig. De avond na de kraak begonnen diverse bandjes in het pand op te treden, waaronder Braak met deze bluesy oproep tot maatschappelijke verandering. Het nummer zou  in 1980 ook worden uitgebracht op Suite voor een hypochonder, een conceptalbum van Braak.

 

Bram Vermeulen en De Toekomst, ‘Politiek’ (1980)

Bram Vermeulen vormde na zijn jaren bij Neerlands Hoop een popbandje, De Toekomst, waarmee hij dit cynische liedje over de ondoorzichtigheid van de partijpolitiek maakte. Deze liveopname bevat mooie beelden, maar de geluidskwaliteit is matig; dat is anders bij dit filmpje. Leuk is ook ‘De burokraten’ van een jaar later, een lichtvoetig protest tegen de bureaucratie.

 

De Tegenpartij, ‘Samen voor ons eigen’ (1981)

In 1981 beleefden televisiecomedians Kees van Kooten en Wim de Bie een onverwachte hit met hun Tegenpartij, een fictieve populistische partij van personages F. Jacobse en Tedje van Es. Het was bovenal een parodie op de opkomst van rechts-nationalistische partijen als de Centrumpartij. Het partijlied ‘Samen voor ons eigen’ werd door het linkse VPRO-publiek ironisch maar uit volle borst meegezongen.

 

Drukwerk, ‘Ons recht (Bezuinigen)’ (1982/1983)

Een van de eigenaardigste succesbands van de vroege jaren tachtig was Drukwerk. De band had een nummer 1-hit met ‘Je loog tegen mij’, een cover van de allerminst commerciële cultband Door mekaar. Drukwerk wist het Amsterdamse levenslied en de strijdbare popmuziek als geen ander te combineren. ‘Bezuinigen’ was een expliciete oproep aan jongeren om de straat op te gaan en bij de regering om werk en gerechtigheid te gaan pleiten. Ze voerden het onder meer uit in het jongerenprogramma De spijker op z’n kop show.

 

Janse Bagge Bend, ‘Sollicitere’ (1983)

Janse Bagge Bend scoorde met het Limburgstalig ‘Sollicitere’ onverwachts een hit: het lied haalde in 1983 plaats 8 in de Top 40. Op de melodie van ‘Gimme Some Lovin’’ van The Spencer Davis Group bezingt de groep het totale gebrek aan perspectief voor mensen die werk zoeken. Het lied beschrijft de manieren waarop jonge mensen proberen om de moed erin te houden: door te gaan zwartwerken of door ’s avonds naar punkconcerten of optredens van de Janse Bagge Bend gaan. Maar wat ze ook doen, de bureaucratie blijft ze opjagen met de vraag: ‘Höbste al gesjreve?’ En hoeveel sollicitatiebrieven je dan ook opgestuurd hebt, de moedeloos stemmende boodschap die terugkomt is steeds dezelfde: ‘Den sjrief mer opnuuj’ (schrijf dan maar opnieuw).

 

Herman van Veen, ‘De bom valt nooit’ (1983)

Het zwelgen in nihilisme kwam de jeugd rond 1980 eigenlijk behoorlijk goed uit. Tenminste, dat is wat Herman van Veen aannemelijk probeerde te maken met ‘De bom valt nooit’, een raak nummer met een tekst van Willem Wilmink. Wie no future zei, hoefde meteen niet langer over zijn toekomst na te denken.

 

Kinderen voor Kinderen, ‘Brief aan Ernst’ (1983)

Het fascinerende ‘Brief aan Ernst’ is óók een kritiek op nihilisme, dit keer tegen Doe Maars ‘De bom’ gericht: dat zou kinderen veel te bang maken en te weinig ruimte voor optimisme overlaten. ‘Dat liedje van je / “voordat de bom valt” / toen ik dat hoorde werd ik wel een beetje bang / luister Ernst, ik wil wat worden later / en wat bereiken in de wereld, net als jij / Doe Maar Ernst, maar niet zo somber Ernst’.

 

Doe Maar, ‘De bom’ (1982/1983)

Het nummer waartegen Kinderen voor Kinderen ageert, ‘De bom’ van het supersuccesvolle Doe Maar, kan als een typisch jarentachtig-protestsong worden betiteld: geheel in stijl met de hip-ironische popmuziek van de tijd klonk dit liedje eerder cynisch dan strijdbaar.

 

Cherry Wijdenbosch, ‘Dame uit Suriname’ (1983)

Braakzangeres Cherry Wijdenbosch begon na haar vertrek uit Braak een solocarrière. Haar bekendste liedje werd ‘Dame uit Suriname’, een aanstekelijk en subtiel ironisch liedje over racistische clichés. Het zou nooit een grote notering in de hitlijsten krijgen, maar bleef uiteindelijk wel in het Nederlands cultureel geheugen bewaard als een van de toonaangevende antiracistische liedjes van rond 1983.

 

Frank Boeijen Groep, ‘Zwart Wit’ (1984)

Nog een evergreen in de Nederlandse protestliedgeschiedenis: ‘Zwart Wit’, een reactie op de racistisch geïnspireerde moord op Kerwin Duinmeijer. Frank Boeijen Groep maakte er – bijzonder voor de Nederlandstalige popmuziek van die tijd – zelf een clip bij, waarin merkwaardig genoeg de racismethematiek wat naar de achtergrond lijkt te verdwijnen doordat niet een zwart personage, maar Frank Boeijen zelf achternagezeten wordt. Dat was net de bedoeling volgens Boeijen: hij speelde zelf de bedreigde persoon om te laten zien ‘dat de huidskleur er helemaal niet toe doet en dat discriminatie alleen maar te maken heeft met de afstand tussen mensen’, zo zei hij in het jaar waarin het nummer werd uitgebracht.

 

GaGa, ‘Zwartwit’ (1985)

De verwachtingen rond GaGa waren in 1985 hooggespannen. De band had uitstekende muzikanten en won De Grote Prijs van Nederland met zijn aanstekelijke dansbare nummers met Afrikaanse invloeden. Deze divers samengestelde groep bracht met ‘Zwartwit’ een positieve multiculturele boodschap: ‘zwartwit, zwartwit, voelen zich aaneen, aaneen, aaneen / zwartwit, zwartwit, voegen zich aaneen, aaneen aaneen’. Rond 1987 stopte GaGa plots, maar sommige bandleden vormden toen de basis voor de internationaal succesvolle Urban Dance Squad.

 

De Dijk, ‘Dansen op de vulkaan’ (1987)

De Dijk wist de sfeer van het decennium in ‘Dansen op de vulkaan’ feilloos te treffen: alles gaat toch naar de vernieling, je kunt die maar het beste omarmen. Het nummer werd een klassieker dat het in het livecircuit uitstekend bleef doen.