Nederlandse protestliedjes

Luisterlijsten

12 | Punk en gabber vanaf de jaren negentig

Euromasters, ‘Amsterdam, waar lech dat dan?’ (1992)

Een van de allereerste gabberplaten was een luchtig getint protest tegen de hoofdstad. Euromasters waren sowieso pioniers in het genre, ook met een andere klassieker uit 1992, ‘Alles naar de kl–te’.

 

Enfant Terrible, ‘P.W.A.’ (1993)

‘P.W.A.’ is misschien wel het meest expliciete protestnummer uit de wereld van de gabber. Het opent met een houterige instrumentale versie van het Nederlandse volkslied, waarna het tempo opgeschroefd wordt, een vervormde stem kroonprins Willem-Alexander uitscheldt en een hardcorebeat inzet. Het werd gemaakt door ‘Enfant terrible’; de werkelijke naam van de maker werd nooit naar buiten gebracht, naar verluidt omdat het nummer vanwege zijn anti-monarchistische toon te aanstootgevend was.

 

Seein’ Red, ‘Legitimatieplicht’ (1995)

De fakkel van de Nederlandstalige punk werd vanaf midden jaren tachtig vooral door hardcorepunkgroepen brandend gehouden. Die waren vaak uitgesproken links-anarchistisch, net als de leden van de kraakbeweging en vroege punkbeweging. Seein’ Red behoort tot de oudgedienden in die hardcorepunkwereld. ‘Legitimatieplicht’ is een afrekening met de verplichting om je op straat te kunnen legitimeren, want volgens de band brengt dat de nazi-jaren weer helemaal terug: ‘Net als in ’40-’45: / Ausweis bitte!’

 

Party Animals, ‘Die nazi scum’ (1996)

Party Animals staan vooral bekend als feestbeesten – hun naam getrouw – met flowerpowerachtige happyhardcoreliedjes. ‘Have you ever been mellow’ en ‘Aquarius’ waren bijvoorbeeld grote hits. De groep maakte echter ook een vrij fel protest tegen de oprukkende invloed van rechts in de hardcorescene.

 

Hakkûhbar, ‘Gabbertje’ (1996)

Een van de grootste hits uit de happy hardcore, en het begin van het einde van de gabberscene in Nederland. Na dit parodieliedje op de melodie van Swiebertje werd de gabber in Nederland overgeleverd aan de commercie en verdween het genre – dat de jaren voordien enorm groot was geworden – weer in de marge. Dit nummer is niet echt een protestsong te noemen, maar wel geeft het een komische weergave van de gevaarlijke reputatie van de gabber. De clip werd legendarisch en het fish eye-perspectief zou ook door andere komische hardcoreacts worden gebruikt, waaronder door De Mosselman.

 

De Heideroosjes, ‘Radicaal kapitaal’ (1997)

De populaire punkgroep De Heideroosjes toont hier hoe mensen die zich in hun jongere jaren voordoen als radicaal en idealistisch, later kunnen afglijden in een burgerlijke en materialistische houding. ‘Papa, die was radicaal, vocht tegen het systeem / nu heeft hij een eigen huis, een auto met no-claim / mama was een hippie, ze droeg bloemen in het haar / nu zit ze bij de Rotary en eet ze kaviaar.’ En zoiets kan iedereen gebeuren: ‘Misschien ga ik nog werken van acht uur tot vijf / of word ik directeur van een of ander kutbedrijf.’

 

Neophyte & Evil Activities, ‘Alles kapot’ (2004)

Na 1997 bleven producers in de marge keiharde gabberplaten maken. Neophyte was een van de Rotterdamse pioniers van de hardcore die ook in het nieuwe millennium actief bleef. ‘Alles kapot’ bevat samples van een televisieoptreden waarin een geestelijke zich uitspreekt tegen housemuziek omdat die mensen van het geloof zou wegleiden. ‘Ach man!’ schreeuwt een stem op de plaat hem toe, waarna een knoertharde beat inzet.

 

Razorblade, ‘De nieuwe wereldorde’ (2004)

Razorblade, dat vooral in het Engels zingt maar ook Nederlandstalige nummers heeft, sluit aan bij de internationale Oi!-beweging die in de jaren tachtig de agressie van de punk probeerde voort te zetten. Deze groep identificeert zich met de skinheads, met zijn uitgesproken aanvallen tegen het systeem en tegen de politieke correctheid.

 

Hang Youth, Boel aan de hand (2020)

Hang Youth presenteerde een enigszins komisch aandoende heropleving van de politieke punk: vijftien boze nummers in tien minuten, met titels die consequent in hoofdletters zijn gespeld: ‘BEN JE NU BLIJ, OVERHEID?’ bijvoorbeeld, of ‘DE DIJKEN MOETEN HOGER (GEEN GELUL)’.