Columns
Op de barricade van het hart aflevering 2: Sven Ratzke
‘This machine kills fascists.’ Dat was de tekst die de legendarische Amerikaanse protestzanger Woodie Guthrie rond 1943 op zijn gitaar plakte. Hij werd mede door die actie een boegbeeld van links Amerika: hét symbool van hoe folkmuziek als een wapen in de politieke strijd kan werken. Het waren mannen als Guthrie, Pete Seeger, Bob Dylan en in Nederland Boudewijn de Groot en Armand die onze voorstelling bepaalden van protestmuziek. Wie denkt aan een protestzanger, ziet een man, gewapend met een akoestische gitaar, op de barricade voor de rechten van de onderdrukten. In de 21e eeuw is dat beeld nog springlevend, ook buiten de westerse wereld. Zo ging de Egyptische protestzanger Ramy Essam na de protesten op het Tahrirplein in 2011 als de ‘stem van de revolutie’ de boeken in.
Zulke heroïsche individuen zijn echte blikvangers, en niet alleen in de geschiedenis van de protestmuziek. Ook als het over activisme meer algemeen gaat, kennen we prachtverhalen over zulke eenzame dwarsliggers. Denk aan Greta Thunberg, die helemaal alleen in augustus 2018 vóór het Zweedse parlementsgebouw ging zitten en een schoolstaking begon. De documentaire I am Greta volgde haar vanaf dat prille begin en legde de verbazing, bewondering en ergernis van voorbijgangers vast. Of denk aan de anoniem gebleven man die met enkel boodschappentassen in zijn hand vóór een colonne tanks ging staan, tijdens de Chinese Tianmenprotesten in 1989. Op de grond gaat zitten, in de weg gaan staan: zo eenvoudig kan het zijn voor wie zand wil strooien tussen de radertjes van het systeem.
Maar laten we niet vergeten dat er naast ieder heroïsch individu iemand anders staat, iemand die verloren met een eenzaam spandoek staat te zwaaien. Laten we die de tragische eenling noemen. Mijn ultieme voorbeeld van zo’n tragische eenling is Joanna van der Hoek, die door de politie werd afgevoerd omdat ze tijdens de inhuldiging van koning Willem-Alexander het protestbord ‘ik ben geen onderdaan’ omhooghield. Doodalleen. Altijd als ik beelden zie van koekhappende leden van het koningshuis of als ik lees over de volgende bestseller over een lid van de koninklijke familie, denk ik aan Joanna. Ze is geen onderdaan, good for her. We zouden geen van allen een onderdaan moeten zijn, maar we waren even te druk met hossen om er bij stil te staan.
Om te zorgen dat een heroïsch individu geen tragische eenling wordt, is er dus nog iemand anders nodig. Laten we die de slimme volger noemen. Dat was de persoon die Greta Thunbergs socialmediaberichten als een van de eersten oppikte en mee ging staken, of de Chinese demonstrant die niet zo beroemd werd als Tank Man maar wel de klappen opving, of de activist die meezong met Ramy Essams protesthit ‘Irhal’. Die slimme volger is deel van een groep, en zo’n groep heeft niet altijd een beste reputatie: massa’s worden vaak gezien als onberekenbaar, of juist als griezelig volgzaam.
En toch denk ik dat het ook de slimme volgers zijn die we nodig hebben, niet alleen de heroïsche individuen die cruciaal zijn als wegbereiders. Want als protest ergens bij gebaat is, dan is het wel bij grote aantallen en gedeelde ervaringen. Mensen vragen mij na het schrijven van mijn boek over protestliedjes soms of ik een Nederlands protestlied kan noemen dat écht impact heeft gehad. Meestal noem ik dan niet een klassieker als ‘Welterusten, mijnheer de president’ of ‘Over de Muur’, want in activistisch opzicht hebben die geen deuk in een pakje boter geslagen. Ik noem eerder ‘Er is een land waar vrouwen willen wonen’ van Cobi Schreijer of het meer dan een eeuw oude ‘La Lega’. Het zijn liedjes uit de feministische beweging die nu vergeten zijn maar die écht cruciaal zijn geweest om het feminisme in Nederland vorm te geven. Muziek gaf activistische vrouwen tijdens de tweede feministische golf een taal om elkaar mee te vinden en ervaringen mee uit te wisselen. Niemand in die beweging had een legendarische, uitstraling, feitelijk is iedere individuele stem zelfs vergeten. Maar dat het ooit lukte om honderden of duizenden vrouwen te verenigen met liedjes, dat is het meest heroïsche dat de protestmuziek in Nederland voor elkaar heeft gekregen.
Deze gesproken column werd gemaakt voor de live podcastreeks Op de barricade van het hart van Elfie Tromp en Theater Walhalla.